Hergebruik van grondstromen, hoe zit dat precies?

Als Grondbank GMG bieden we nuttige oplossingen voor vrijkomende grond en baggerspecie. Grond en baggerspecie die bijvoorbeeld vrijkomen bij het uitgraven van tunnels en het op diepte houden van vaarwegen. Vaak is dat grond en baggerspecie die nog prima hergebruikt kan worden op andere plekken en waarmee we diverse mooie projecten kunnen realiseren.

In de volksmond wordt al snel gesproken over het 'storten van vervuilde grond en baggerspecie’. Dat klinkt nogal heftig. En dat leidt regelmatig tot vragen. Vragen van het publiek, van de politiek en van de media. En dat is begrijpelijk. We begrijpen ook dat het makkelijker is om vertrouwen te schaden, dan te verkrijgen. Ons werk vraagt om uiterste zorgvuldigheid en transparantie. Graag lichten we toe hoe het hergebruik van grond en baggerspecie in Nederland geregeld is.

[de tekst in dit artikel is gedeeltelijk aangepast in jan. 2024 i.v.m. komst nieuwe Omgevingswet per 1-1-2024]  

Content Paragraphs

Een druk en dichtbevolkt land

Ongeveer 70% van de (water)bodem in Nederland is in meer of mindere mate ‘geroerd’. Dat betekent dat er iets mee gedaan is: er is in gegraven, op gebouwd, op gewoond, op gewerkt, al eerder gebruikt of vervoerd. Niet zo gek als je beseft dat we met ruim 17 miljoen mensen in een klein land wonen en we met z’n allen heel bedrijvig zijn in een beperkte woon-werk-en leefruimte. In, op en met de grond gebeurt er dan ook veel. Er wordt op geleefd en gebouwd, er worden rioleringen en tunnels in aangelegd, kabels doorheen getrokken, en nog heel veel meer.

Niet alleen op het land gebeurt veel met de bodem, maar ook in het water. Vaarwegen, sloten en plassen moeten namelijk met enige regelmaat worden onderhouden. Dat wil zeggen dat er grond van de bodem wordt gehaald om ze goed bevaarbaar te houden en de waterhuishouding op peil te houden. Bagger is dus niets anders dan ‘natte grond’.

Waar er bijvoorbeeld tunnels en rioleringen worden aangelegd en vaarwegen, sloten en plassen worden onderhouden, komt er dus grond en baggerspecie vrij. ‘Overtollige grondstromen’ of ‘vrijkomende grond’ noemen we dat. De vraag is dan wat er met die overtollige grond en baggerspecie gedaan kan worden. Het moet ergens naartoe. In Nederland bestaat daarvoor het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal), daarin is het hergebruik van grond en baggerspecie, bij wet, geregeld. Daar komen we verderop op terug.  

(Bijna) alle grond is ‘vervuild’

Goed om te beseffen is dat nagenoeg alle grond en baggerspecie in meer of mindere mate aangetast is door activiteiten in het verleden. Ook grond waarvan je het niet direct verwacht, kan in enige mate vervuild zijn. De uiterwaardengrond langs rivieren is bijvoorbeeld aangetast omdat er in het verleden door bedrijven afval(stoffen) in de rivier werden geloosd. Daarnaast zijn wij in Nederland het eindstation van het Europees riviersysteem. Die vervuiling is nu nog altijd merkbaar in de uiterwaardengrond en in de waterbodem.

En zelfs de grond in jouw tuin kan in bepaalde mate vervuild zijn. Grote kans dat als je in de tuin gaat graven, je zaken tegenkomt die in principe niet in de grond thuishoren. Die vervuiling is soms met het blote oog te zien. Denk aan stukjes plastic, scherven of stukjes puin. Maar voornamelijk bestaat de vervuiling uit dingen die niet te zien zijn: er zitten bepaalde stoffen in de grond die daar niet van nature in thuis horen. Door activiteiten en gebruik in het verleden bijvoorbeeld. Of door stoffen die vanuit de lucht of het grondwater in de bodem terecht komen.

Onze Nederlandse bedrijvigheid, zowel zakelijk als privé, heeft tot gevolg dat met name onze bovengrond en waterbodem in meer of mindere mate vervuiling bevat. Helemaal schone bovengrond is dus lastig te vinden. In de afgelopen decennia is in Nederland overigens wel het aandeel sterk verontreinigde grond en waterbodem door saneringswensen en -eisen al sterk afgenomen.

Besluit activiteiten leefomgeving 

We hebben dus vrijwel altijd en overal met ‘vervuilde’ grond en baggerspecie te maken. In Nederland zijn er afspraken gemaakt over hoe we met grond en baggerspecie omgaan. Dat is vastgelegd in een wettelijk kader; het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal), voorheen het Bodemkwaliteit (Bbk). In het Bal is bepaald binnen welke kaders grond en baggerspecie mogen worden hergebruikt. Er is in afgesproken wanneer we iets in Nederland meer of minder vervuild vinden, en wat met die verschillende soorten grond en baggerspecie op een veilige manier kunnen doen. Daar is uitgebreid wetenschappelijk onderzoek naar gedaan. De basis van dit beleid is dat de bodem niet vuiler gemaakt mag worden dan dat er op die plek al aanwezig is.

Klassenindeling op basis van vervuilingsgraad 

Bij grond en baggerspecie wordt onderscheid gemaakt in verschillende klassen op basis van de mate van de vervuiling. Voor grond zijn dit (van de minst vervuilde naar meest vervuilde) de klassen ‘Altijd Toepasbaar (AT)’, ‘Klasse Wonen’, ‘Klasse Industrie’, ‘Matig verontreinigd’ en ‘Sterk verontreinigd’. Voor baggerspecie (waterbodem) zijn dat de klassen ‘Niet verontreinigd’ ‘Licht verontreinigd’, ‘Matig verontreinigd’ en ‘Sterk verontreinigd’. Met de komst van de nieuwe omgevingswet zijn bepaalde termen, zoals de klassen voor baggerspecie gewijzigd. De normen zijn overigens gelijk gebleven.  

Daarnaast zijn er nieuwe klassen op basis van de uiteindelijke toepassing. Zo geldt bijvoorbeeld voor toepassing van grond en baggerspecie in een geluidswal de klasse ‘emissiearme grond’ en ‘emissiearme baggerspecie’ en voor toepassing in een diepe plas ‘voor een diepe plas geschikte grond’ en ‘voor een diepe plas geschikte baggerspecie’. Voordat grond of baggerspecie ergens anders gebruikt mogen worden, dient altijd de kwaliteit bekend te zijn. Hiervoor is onderzoek (een keuring) nodig.   

Keuring van de grond en baggerspecie

Grond en baggerspecie worden altijd geanalyseerd op een basispakket aan stoffen die in Nederland veel voorkomen. Daarnaast wordt op basis van de locatie van herkomst en historisch gebruik van de grond bepaald of de grond en baggerspecie ook op bepaalde andere stoffen geanalyseerd moeten worden. De mate waarin de stoffen voorkomen, bepalen logischerwijs in welke klasse grond en baggerspecie worden ingedeeld.

De analyses worden gedaan door een onafhankelijk, gecertificeerd keuringsbureau. Zelf zijn we ook gecertificeerd om kleinere partijen grond te kwalificeren. Maar om het zo transparant en objectief mogelijk te houden, laten we de keuring altijd uitvoeren door een onafhankelijk en erkend keuringsbureau. Zodra de kwaliteit van een partij grond of baggerspecie is vastgesteld, moet het vervolgens ook worden gemeld bij en gecontroleerd door het bevoegd gezag. Dit kan een Omgevingsdienst zijn, maar ook Rijkswaterstaat of de provincie. Dit is afhankelijk van waar de grond of baggerspecie materiaal wordt toegepast.

Toepassingen

De wet stelt dat toepassing van grond en baggerspecie altijd nuttig en functioneel moet zijn. Ook als de grond ‘schoon’ is. Zomaar grond of baggerspecie ergens neerleggen, mag dus niet. En dat willen we ook niet. Ook mag de milieukwaliteit van de bodem waarop je grond toepast niet verslechteren. De grond en baggerspecie die wij in onze projecten gebruiken is over het algemeen van lokale/ regionale afkomst. Daardoor wordt bespaard op onnodig veel transport en daarmee op CO2 uitstoot.

Voor elke klasse zijn in het Bal toepassingsmogelijkheden vastgesteld.

  • Altijd Toepasbare grond en niet verontreinigde baggerspecie is dermate schoon dat het vrij kan worden toegepast.
  • Klasse Wonen-grond is geschikt en veilig om woningen op te bouwen.
  • Klasse Industriegrond en klassen licht verontreinigde en matig verontreinigde baggerspecie zijn geschikt voor toepassingen als geluidswallen, mountainbiketerreinen, het afdekken van stortplaatsen uit het verleden en de herinrichting van diepe plassen. Voor dit soort toepassingen geldt wel de verplichting om een leeflaag (een laag schonere grond) aan te brengen. 
  • Sterk verontreinigde grond en Sterk verontreinigde baggerspecie is dermate vervuild dat het niet hergebruikt mag worden. Deze grond moet je reinigen (door het te wassen of thermisch te reinigen). Als de grond niet te reinigen is, wordt het gestort op een afvalstortplaats. 

Niet alleen wet, maar ook wenselijkheid

Naast het wettelijk kader is er voor ons nog een ander, misschien wel even belangrijke graadmeter: de wenselijkheid. Daar bedoelen we mee dat alles waarvan redelijkerwijs verwacht kan worden dat er een mogelijk negatief effect ontstaat, voor ons niet wenselijk is. Met grond of baggerspeciepartijen waarvan het betwistbaar is of we daarmee moeten werken (ook al valt het binnen de wettelijke norm), werken we niet.

Het komt voor dat we af en toe een partij moeten afkeuren en terugsturen. De papieren kunnen nog zo goed in orde zijn, wij controleren altijd de binnengekomen partijen ook zelf nog een keer. Als een partij niet voldoet of overeenkomt met de keuring, ook al is het binnen de norm, dan accepteren we de partij niet.

Zorgplicht

Wij zien zorgen in de breedste zin van het woord, als onze plicht. Met deze plicht en verantwoordelijkheid starten en eindigen we iedere dag. Dit betekent concreet dat onze projecten alleen tot stand komen als er een duurzame en gedragen gebiedsontwikkeling aan ten grondslag ligt, dat er continue monitoring plaatsvindt, dat we exact de herkomst en kwaliteit van de grond en baggerspecie weten en waar we het toepassen in het werk. We staan daarbij in nauw contact met de omgeving en toezichthouders.

Bodemvreemd materiaal

Wellicht heb je wel eens gehoord of gelezen dat er in grond en baggerspecie ‘bodemvreemd’ materiaal kan zitten. Hout en stenen, maar ook stukjes plastic, piepschuim of ijzer. Tot en met 2019 was in de wet opgenomen dat grond en baggerspecie 20% van dit bodemvreemde materiaal mochten bevatten. Dat klinkt als een flink percentage. En dat vonden wij ook. Daarom hebben wij onszelf de norm gesteld dat dat niet meer dan 10% mocht zijn (in combinatie met een wenselijksheidstoets), maar streefden we naar nog minder dan dat.

Tegenwoordig geldt de 20%-regel alleen nog voor materiaal dat van nature in de bodem kan voorkomen, zoals stenen, hout, plantenwortels en dergelijke. Overige bodemvreemde materialen mogen er nog slechts sporadisch in zitten. Wat ons betreft een goede en noodzakelijke stap voorwaarts, maar ook de term ‘sporadisch’ laat nog ruimte voor discussie. Dat er af en toe wat bodemvreemd materiaal in partijen grond en baggerspecie kan inzitten, is niet helemaal te voorkomen. Want zoals we eerder al beschreven is het grootste deel van de Nederlandse bodem ‘geroerd’. We controleren echter structureel en consequent op de aanwezigheid van dit bodemvreemde materiaal en stellen ons altijd tot doel om de hoeveelheid bodemvreemd materiaal tot een minimum te beperken.

We baseren ons daarbij, parallel aan de Regeling bodemkwaliteit (Rbk), aan het redelijkheidsbeginsel. Bodemvreemd materiaal dat redelijkerwijs verwijderd kan of had kunnen worden dient te zijn verwijderd alvorens (nuttig en functioneel) toe te passen. 

Een vervuild imago

Maar eerlijk is eerlijk: we kunnen het nog zo goed proberen uit te leggen, ‘vervuilde’ grond en baggerspecie blijft natuurlijk vervuild klinken. Daar zijn we ons van bewust en dat gaat gepaard met een grote verantwoordelijkheid. Een verantwoordelijkheid die we graag nemen. Het is ook helemaal niet gek dat termen als ‘verontreinigde grond’, ‘afval’, ‘storten’ en ‘bagger’ tot vragen leiden en het is ook niet vreemd dat er meer dan eens met enig wantrouwen over wordt gepraat en geschreven. Het is lastig uitleggen dat ‘vervuilde’ grond vaak nog prima kan worden gebruikt. En toch blijven we dat met volle energie doen.

In het kader van de route, ambitie en het verlangen naar circulariteit zouden herbruikbare stromen als grond en baggerspecie ook kunnen worden voorzien van andere classificaties. Plastic is afval, maar heeft niet de naam verontreinigd plastic. Grond en/of baggerspecie zijn materialen die weer ingezet kunnen worden voor allerlei nuttige en functionele toepassingen. Onze circulariteitsambities en -doelen vragen om een meer passende terminologie. De mogelijke toepassing kan worden beperkt door de aanwezige stoffen, in soort en gehalte, maar zouden daarna gecategoriseerd kunnen worden op toepassingsniveau (product, landbodem klasse 1, landbodem klasse 2, oppervlaktewater klasse 1, oppervlaktewater klasse 2, etc.). 

We zijn er ons ervan bewust dat we er veel aan moeten doen om vertrouwen te krijgen en te behouden, maar het is een doel dat we dagelijks nastreven. En wat ons betreft kan dat maar op één manier: ultiem transparant zijn en te werk gaan met alle zorgvuldigheid die anderen van ons vragen én die we onszelf opleggen. Maar ook blijven uitleggen wat we doen, hoe we het doen en waarom we het doen. 

Neem dan ook vooral contact met ons op wanneer je nog vragen hebt. Het is ook altijd mogelijk om op een van onze locaties of op ons kantoor te komen kijken.